Een ketterse vistajine

Marokkanen zijn kameleons en hun keuken een pretpark. Jong en oud kunnen er lustig ravotten, draven, slingeren, zwieren, zelfs fietsen in de lucht en hollen onderwater; in de Marokkaanse keuken is niks te gek.

Janneke weet dat als geen ander. Dus dacht Janneke ‘Laat ik eens voor Mohammed de hoofdattractie uitpikken en daar iets geks mee doen.’ Dat werd dus tajine. Maar niet zomaar een tajine: een vistajine. En niet zomaar een vistajine (met de gebruikelijke makreel) maar een tajine van kabeljauwfilet plus een volle portie levensechte venusschelpjes. Dat was nog maar de start van de achtbaan, hij moest nog over de kop. Gedreven door een stoutmoedige fantasie overgoot Janneke het geheel met een flink glas sterke drank. U leest het goed, alcohol, hét stofje dat Allah ten strengste verbiedt aan Diens muzelmannen; dat koos Janneke uit om voor mij - naamgenoot van Diens boodschapper - het zaakje een beetje op te fleuren. Maar de duizelingwekkende speedbocht zat hem hierin dat Janneke niet zomaar een scheutje witte of rode wijn inschonk. Nee, Janneke dacht: wie zondigt, moet goed zondigen. Dus vloog daar een royale plens pure absint door vis en tomaat – absint! - u weet wel, dat 70 % gifgroene goedje dat menig bon vivant totaal mesjoche maakte.

En zo pruttelde onder een mooi geglazuurd aardewerkdeksel het ketterse zaakje zachtjes gaar tot de schaal dampend op tafel werd gezet. Geflankeerd door een overheerlijke pot verse minthee (moslimbier?) doopten we Turkse brood in het verboden sap.

De vistajine van Janneke, de gekste tajine ooit, maar daarom minder lekker? Beslist niet. Want ook hier geldt: verboden vruchten zijn de goddelijkste vruchten!

Mohammed Benzakour

Schrijver

Voor 2 personen vistajine:

• 3 eetlepels olijfolie
• 1 ui, gesnipperd
• 1 venkelknol, in dunne plakjes
• 1 teentje knoflook, fijngesneden
• 1 takje tijm
• ½ theelepel venkelzaad
• ½ theelepel komijnzaad
• ¼ theelepel pul biber (of andere chilivlokken)
• een plukje saffraan, geweekt in 1 eetlepel heet water
• 50 ml absint of pastis
• 250 ml visbouillon
• 2 kabeljauwmoten
• 500 gram kilo venus- of andere schelpjes, een paar uur geweekt in ruim koud water
• 10 kerstomaatjes, gehalveerd
• een handje koriander, grof gesneden

Verwarm de olie in de schaal van een tajine op middelhoog vuur. Voeg de sjalot en een snuf zout toe en laat zachtjes 10 minuten fruiten.

Voeg de venkel, knoflook, tijm, het venkelzaad, komijnpoeder en de pul biber toe. Schep even om en laat opnieuw 15 minuten fruiten.

Voeg nu de saffraan, de absint of pastis en de visbouillon toe en breng alles op redelijk hoog vuur aan de kook. Laat het geheel nog 10 minuten pruttelen, tot de bouillon een beetje is ingekookt.

Leg de vis erbovenop, verdeel de schelpjes daartussen en zeg het deksel op de tajineschaal. Draai het vuur laag en laat de vis in 10 – 15 minuten net gaar worden. Voeg de laatste 5 minuten de tomaatjes toe.

Bestrooi de tajine voor het serveren met koriander en geef er royaal (Marokkaans) brood bij.

Voor 2 personen Marokkaanse tomatensalade:

• 3 rijpe, sappige tomaten
• 1 kleine teen knoflook
• een snuf gemalen komijn
• 1 eetlepel verse koriander, fijngehakt
• 1 eetlepel (Marokkaanse) olijfolie
• citroensap

Kruis de tomaten aan hun bolle kant in en leg ze 40 seconden in een pan met kokend water. Ontvel en halveer ze, verwijder de zaadjes en prak het vruchtvlees tot moes.

Hak de knoflook fijn, strooi er een snuf zout over en wrijf en duw met het lemmet van je mes tot je een zachte knoflookpuree hebt.

Meng knoflookpuree, komijn, koriander en olijfolie door de tomatenmoes. Proef en maak op smaak met zout en citroensap. Geef er (Marokkaans) brood bij.

Tip: volgens Mohammed wordt de salade nog lekkerder met ui. Gebruik in dat geval ongeveer een kwart ui, of een klein sjalotje en hak het ragfijn.

Marokkaanse thee volgens Mohammed Benzakhour:

• 1,5 eetlepel chinese groene thee (liefst van het merk Gun Powder. Jasmijn thee kan ook, bloemiger, minder bitter)
• 4 of 5 eetlepels witte suiker
• 35 gram verse munt
• Een paar takjes polei (in 't Marokkaans hete het 'fliou'; het liefst vers, maar droog is ook goed)

Kook driekwart liter water. Was de munt met koud water af. Doe de theeblaadjes in een metalen pot en giet een scheutje kokend water toe en spoel daarmee de thee schoon (je haalt meteen ook het 'bittere' weg).

Voeg suiker toe en giet dan de rest van het water over de theeblaadjes. Een beetje roeren. Laat de volle pot een paar minuten 'stoven' boven een zacht vuurtje (niet koken!).

Zet het vuur uit, voeg de munt en polei toe, en laat met het deksel erop de thee 5 minuten trekken.Gebruikelijker manier van trekken: schenk een glas vol, proef of het zoet genoeg is, en giet het vocht weer terug in de pot. Herhaal dit vier of vijf keer.

Schenk de thee in kleine glaasjes met een takje verse munt erin. Honingkoekjes erbij en be in heaven!